PGL-B-serie sproeidrooggranulator

De sproeidrooggranulator maakt gebruik van sproei- en wervelbedtechnologie om mengen, granuleren en drogen in één container te realiseren. Het gefluïdiseerde poeder wordt bevochtigd door het extract te sprayen totdat agglomeratie optreedt. Zodra de gewenste korrelgrootte is bereikt, wordt het sprayen gestopt en worden de natte korrels gedroogd en gekoeld.

Het poedergranulaat in het vat (fluïd bed) bevindt zich in een fluïdisatietoestand. Het wordt voorverwarmd en gemengd met schone, verwarmde lucht. Tegelijkertijd wordt de lijmoplossing in het vat gespoten. Dit zorgt ervoor dat de deeltjes korrelig worden, waarin de lijm zit. Doordat het granulaat continu droog is door de hete lucht, verdampt het vocht in het granulaat. Het proces verloopt continu. Uiteindelijk vormt het ideale, uniforme en poreuze korrels.

Spuitagglomeratie verplaatst zeer kleine poederdeeltjes in het wervelbed, waar ze worden besproeid met een bindmiddeloplossing of -suspensie. Er ontstaan vloeistofbruggen die agglomeraten vormen van de deeltjes. Het besproeien gaat door totdat de gewenste agglomeraatgrootte is bereikt.

Nadat het resterende vocht in de capillairen en op het oppervlak is verdampt, ontstaan er holle ruimtes in het granulaat terwijl de nieuwe structuur volledig stolt door het uitgeharde bindmiddel. Het gebrek aan kinetische energie in het wervelbed resulteert in zeer poreuze structuren met veel interne capillairen. De gebruikelijke grootte van het agglomeraat varieert van 100 micrometer tot 3 millimeter, terwijl het uitgangsmateriaal microfijn kan zijn.